Een zeer goed georganiseerde en betaalbare busreis via Gerard ter Beek Reizen te Ootmarsum (aan te bevelen), een prachtige schone stad, vele uitstekend onderhouden historische kerken, gebouwen en tuinen, een gezellige groep waaronder 21 lopers/supporters van de av Cialfo uit Epe, (te) goed loopweer, goed eten en drinken en ...de basis voor een zeer geslaagde vijfdaagse naar Wenen is gelegd. Uiteraard moest er ook nog gelopen worden. Op de uitstekend verzorgde marathon (30.072 deelnemers uit 100 landen) waren drie Artemissers van de partij. Peter Modderman was de snelste met een tijd van 3.35.12 uur. Tini Visker liep een prima race en haar tijd van 3.40.50 uur mag er zijn. Aan de voorbereiding heeft het bij Jeannet Bakema niet gelegen. Gelet op de warmte overdag, boven de 25 graden Celcius, mag haar tijd van 4.51.39 uur goed worden genoemd. Gonny Houtman, ingeschreven voor de marathon, moest zich deze keer beperken tot de halve marathon. De eerste wedstrijd na haar langdurige rugblessure verliep boven verwachting. In een veld van 73 deelneemsters behaalde Gonny een uitstekende 2e plaats bij de V55+ in een tijd van 1.43.55 uur, slechts 25 seconden achter een Oostenrijkse winnares! Voor meer informatie zie de uitslagenpagina. Klik hier voor de reisfoto's en hier voor de foto's van de wedstrijd. Hieronder het uitgebreide verslag van Peter Modderman.

Walsend door Wenen?                                                                                                Peter Modderman
Als je Wenen zegt, denk je niet meteen aan de Vienna City marathon. Eerder heb je het nieuwjaarsconcert op het netvlies. Of die schöne blaue Donau. Toch werd op 27 april 2008 met meer dan 30.000 deelnemers in het centrum van deze wereldstad een schitterend loopevenement georganiseerd. Een marathon om van te wenen. Zo mooi, zo goed georganiseerd. Een parcours dat langs allerlei fraaie bouwwerken voerde en door het stadspark van Wenen, het Prater geheten. Uiteraard ontbrak de Weense dansmuziek niet tijdens de marathon. Op een van de lanen stonden grote microfoons, die de lopers ondersteunden met klassieke muziek. Maar ik ontdekte niemand die de looppas afwisselde met een wals of zo. 

  Persoonlijk heb ik lang getwijfeld of ik mee zou doen aan deze klassieker, die dit jaar op 27 al weer voor de 25e keer werd georganiseerd. Een jubileumloop dus. De Weense marathon stond al lang op mijn verlanglijstje, maar zoals jullie weten, geeft mijn ziekte voortdurende onzekerheid. Onzekerheid bijvoorbeeld over de effecten van de zware medicijnen, die ik sinds januari moet innemen. Kan en mag ik nog wel een marathon lopen? De behandelende arts in het ziekenhuis gaf mij weliswaar groen licht, maar toch...

Ik merkte echter dat de medicijnen niet direct een negatieve invloed hebben op het lopen. Ik kan lopen. Dat is al heel wat. En een lange duurloop ging me ook redelijk gemakkelijk af. Zou het dan toch nog kunnen?

Evenzeer twijfelde ik aan mijn deelname vanwege de lange busreis. In verband met mijn handicaps wist ik niet of ik een etmaal durende reis zou kunnen volhouden. Bovendien is een ellenlange zit in een bus geen optimale voorbereiding voor het lopen van een marathon.

De nauwelijks optredende reactie op het gebruik van mijn medicijnen vormde voor mij een reden om me toch op te geven voor de Wenen. De andere reden was, dat mijn broer Siert ook van plan was om in Wenen te acteren. Konden we mooi samen reizen. En ik hoorde dat Geert en Gonny Houtman, Jeannet Bakema en Herman Rinket en Tiny Visker ook van de partij zouden zijn. Dan kun je niet zeggen dat het een saaie (stille) reis zou worden.

En ik moet zeggen, hoe dichter de datum van vertrek naar Wenen naderde, hoe meer zin ik kreeg in het festijn. Oplaaiend enthousiasme en te hoge verwachtingen willen nog wel eens omslaan in een teleurstelling, als een belangrijk onderdeel van de reis tegenvalt, maar - terugkijkend op de trip - was daar allerminst sprake van. Oké, het hotel in Wenen had niet veel sterren, maar de reis zelf was tot in de puntjes verzorgd. Hierbij alle hulde aan Gerard ter Beek uit Ootmarsum, die jaarlijks marathonreizen organiseert. In oktober van dit jaar gaat een aantal Artemissers met hem naar Berlijn. Succes verzekerd!

Natuurlijk duurde de busreis lang. Uiteraard zit je veel te lang in dezelfde houding, maar Gerard ter Beek had een comfortabele bus gecharterd met een topchauffeur. Bovendien zaten we als Groningers gezellig in het achterste gedeelte van de bus. Behalve de Artemissers waren de moeder van Tiny, Eddy Olthof uit Hoogezand en Sandra Kerckhoffs en haar vriend Eddy van de partij. Verder zaten bij ons nog de vriendinnen Chiela Kremer en Lian de Jong (Groningen Atletiek) uit Roden. In het voorste gedeelte zat een groep lopers en supporters van AV Cialfo uit Epe, waarmee we in de loop van de reis een goede band kregen.

Dus saai was de rit niet. Plaatsen als Köln, Frankfort en Würzburg passeerden snel en in het begin van de avond arriveerden we in Passau, waar we overnachtten. De volgende dag reden we via Melk - we bezochten daar een groot voormalig klooster - naar Wenen, om ons daar in hotel Friedl te nestelen. Vandaar uit maakte we uitstapjes naar het keizerlijke slot Schönbrun, de binnenstad door middel van een stadstour, de Donautoren en uiteraard de hardloopbeurs. Het felbegeerde startbewijs en een tas vol nuttige producten vormden de herinnering aan deze beurs.

Op zondagmorgen, op de dag dat Jeannet haar verjaardag vierde, bracht de bus ons naar de start van de marathon. Het was een belevenis om daar, op de brede weg in aanloop naar de brug over het Donaukanaal te mogen staan. De vele kleuren van de looptenues onder een strakke blauwe lucht vormden een prachtig plaatje. Die strakke blauwe lucht was trouwens wel iets waarover een groot aantal deelnemers zich zorgen maken. Was het in Passau nog regenachtig en koud, twee dagen later - uitgerekend op de dag van de marathon - liep de temperatuur om 9.00 uur op naar waarden boven de 20 graden. De gemiddelde marathonloper verafschuwt dergelijke hoge temperaturen, maar in Wenen was er een zekere gerusttstelling omdat een groot deel van het parcours onder het bladerdak van het Prater, het stadspark van Wenen kon worden gelopen.

Het startschot werd in Wenen ingewisseld voor een luchthoorn. Toen dat eenmaal klonk zetten zich 60.000 voeten in beweging om aan de marathon te beginnen. Er waren nog geen 2 kilometer afgelegd, toen ik handen tekort kwam om het zweet weg te vegen. "Waar ben ik aan begonnen", dacht ik. Maar eenmaal in de binnenstad konden we ons vergapen aan de prachtige gebouwen en aan het groen/bruine water van de Donau. Ik heb zeker 30 keer stilgestaan om al dat fraais te vereeuwigen op mijn camera, die ik bij me droeg. Na ongeveer 18 kilometer kreeg ik gezelschap van Gonny, die de halve marathon liep en waarvan het parcours nagenoeg gelijk was aan het eerste deel van de marathon. Gezamenlijk legden we de laatste 3 kilometers af, waarbij ik Gonny nog even op de gevoelige plaat kon vastleggen, voordat ze rechtsaf sloeg om naar de finish op de Heldenplatz te snellen. We hebben gelezen hoe het haar verging: de 2e plaats bij de vrouwen 55+!

Op dat moment begon ik dus aan het tweede deel, een parcours langs de Donau, langs het Ernst Happelstadion en door het Prater. In het Prater waar een keerpunt was gemaakt, ontmoette ik Tiny, die op dat moment even niet als prater kon worden betiteld. Even later, langs de Donau zag ik Jeannet of beter gezegd zag Jeannet mij. Maar ook Tiny en mijn even daar voor lopende broer Siert en Jeannet kregen met hetzelfde euvel te maken als ik: de man met de hamer. Bij mij merkte ik zijn aanwezigheid op bij kilometerpunt 38. De hamertikken zorgden voor nog 4 moeizame, hele lange kilometers. Kilometers, die misschien minder erg lijken door de steeds grotere toeschouwermassa, maar ze moeten nog wel worden beslecht. Laat het wandelen dan maar achterwege, want als je dat op zo'n moment doet, kom je niet meer in je ritme. Maar ook dit moeilijkste deel van de marathon kwam een einde toen de finish in zicht kwam. Op de Heldenplatz was een 100 meter lange baan van echt gras gelegd. Waarom, was me een raadsel. Of het moet al te maken hebben gehad met het kampioenschap van de plaatselijke FC Rapid Wien.

In 3.35.12 kwam ik over de finish, drie en vijf minuten later gevolgd door respectievelijk Siert en Tiny. Jeannet kwam binnen in 4.51. We ontvingen uit de hand van lieftallige Weense dames een schitterende medaille, uitgevoerd met kristallen steentjes.

Een blik op het plein bij de Hofburg, achter de finish leverde een fraai plaatje op van uithijgende en neergezegen lopers. De hitte had z'n tol geëist, want er waren veel uitvallers.

Met stramme spieren liepen Tiny, Siert en ik naar de afgesproken ontmoetingsplaats. Daar troffen we de rest van de Groningen/Drenthe-groep. Gonny en ik lagen nog even op de massagetafel, maar veel hielp het niet. Met stijve kuiten en dito bovenbenen strompelden we als oude mensen naar het Graben, een aangrenzend plein. Daar lokten de terrasstoelen. Een heerlijk zonnetje, grote glazen bier en andere dranken en een lekker eten zorgden voor een aangenaam verblijf in het centrum van Wenen.
Uiteraard is een 16 uur durende terugreis van Wenen naar Groningen op de dag na de marathon niet bevorderlijk voor een snel herstel van de stramme spieren. Op het moment dat ik dit verslag schrijf (woensdag), herinneren mijn beenspieren mij eraan dat ik onlangs een marathon heb gelopen, maar tot mijn vreugde kan ik vandaag weer gewoon (trap)lopen, terwijl ik dat gisteren nog niet kon zeggen.
De marathon van Wenen hoort zeker in de toplijst van stadsmarathons thuis. Aan het fraaie parcours, de uitstekende organisatie en de vele toeschouwers heb ik een hele goede herinnering. Trouwens ook aan het verblijf in Passau en Wenen en het aangename gezelschap van de deelnemers uit Roden en Epe e.o. En uiteraard aan ons eigen "clubje"!

Wat mij betreft tot de volgende marathon.
Waar en wanneer?
Peter Modderman