Onverwachts een loopje

Zondagmorgen 25 februari 2007. Een donkere lucht boven Zwolle. Het regent. Aan de vele kringetjes in de plassen is te zien, dat de regen met bakken uit de lucht komt.

 Toch hullen de twee Artemissers in huize Stevens zich zwijgend in hun loopkleding. Even voor tienen verlaten ze met een hoopvolle blik op de lichter wordende lucht in het westen het huis en rijden naar de atletiekbaan van de AV PEC 1910. Maar ook boven de atletiekbaan, Wim Peter geheten, houdt Pluvius huis. Lopers met natte glimmende trainingspakken druppen de ruime kantine binnen. En blijven daar zo lang mogelijk. Zo ook de twee Artemissers. De jongste – schoonzoon van de oudste – bestelt een kop koffie. De oudste spelt zijn startnummer op zijn shirt, maar haalt het er even later weer af om het daarna op de jas te spelden. Daar gaat het na 10 minuten ook weer af, want met drie lagen (thermohemd, shirt en jas) is de klederdracht voor een strijd over 10 kilometer iets teveel van het goede. Het onderste kledingstuk, het hemd gaat uit. Althans, dat is de bedoeling. Maar tijdens de wandeling naar de auto geven wind en regen aan, dat de loper maar beter zo warm mogelijk gekleed kan zijn. De kledinglijn blijft zoals die is en het startnummer wordt weer op de jas bevestigd.
En dan hebben we het fenomeen “buienradar”. De speaker kondigt droog weer aan. Heeft ie van de website buienradar. Om kwart voor elf, een kwartier voor de start, zal het droog worden. Zo voorspelt de radar.

En het wórdt droog. Dus gaat het startnummer weer van de jas en wordt vervolgens opnieuw aan het shirt gehangen. Het jasje en ook de lange broek verdwijnen vervolgens in de kleedkamer.
Wat een gezwalk. Als dat maar goed gaat tijdens de run, zo vraagt de bezitter van het nummer zich af.

De jongste Artemisser kijkt het geklungel met een lachend gezicht aan. Hij volhardt in zijn kledingconcept. Drie lagen, dus met het startnummer op het blauwe jasje, waarvan de naam “Artemis” alleen nog in flarden op de rug staat. Samen staan de beide mannen tussen de 140 Pec’ers, Railrunners en ongebonden lopers in het startvak op de atletiekbaan te wachten op het startschot. De speaker haalt nog even de naam TNT van deze loop, want het blijkt een gewoon verenigingsloopje te zijn geworden. Een loopje op een fraai parcours, dat op een steenworp afstand van de PEC-baan is gelegen. Een parcours door het Westerwoldse bos, met een pittige heuvel, ontstaan uit een opeenstapeling van afval in de 50 en 60’er jaren. Een voormalige vuilstortplaats dus. Maar van al dat vuil is anno 2007 niets meer terug te vinden. Een prachtig stukje natuur is er voor in de plaats gekomen.

De Artemissers beproeven dat stukje natuur en de heuvel via een lusachtig parcours van 5 kilometer. Uiteraard gaat de jongste al in het begin aan de haal. Hij blijft echter nog een lange tijd in het zicht van de oudere loper. De voorsprong is bij de doorkomst op het keerpunt (de atletiekbaan) ongeveer 2 minuten, bijna de hele baan. De jongste telg verlaat te baan, de oudste komt er binnen. Beide mannen herkennen elkaar en steken gelijktijdig de hand op.
De beide Artemissers beginnen aan hun 2e en laatste ronde. Met weer het genot van de wind in de rug op de heenweg, de verzurende werking van de beklimming van de “hoge berg” halverwege en de hinder van de tegenwind op de terugweg. Maar ’t is droog. Alhoewel, op het moment dat de oudste Artemisser de atletiekbaan opdraaft (43.16), regent het opnieuw. De jonge Artemisser, zo’n 3 minuten eerder over de meet stormend, hield het helemaal droog.

De Artemissers ontmoetten elkaar en wisselden de gegevens uit. De jongste was zo’n beetje geëxplodeerd vanwege de warmte. Was daarom wat minder snel dan gewenst. Maar had toch lekker gelopen. De oudste kende een ontspannende loop met nota bene een negatieve split van 1 minuut. En dat was een onverwacht succes. Het bezoek aan zijn dochter en schoonzoon in Zwolle zou immers alleen gepaard gaan met een partijtje behangen in huis en een gezamenlijke langzame duurtraining (buitenshuis uiteraard) in of nabij de wijk Stadshagen.
Een in alle opzichten verrassend loopje dus, met een aangenaam resultaat.

Peter Modderman